We proudly present

Dit zijn ze, Bredaas en Nederlands trots! Uit de collectie van het Rijks Museum: zes generaties graven van Nassau die tussen 1403 en 1568 vanuit hun thuisstad Breda een machtspositie hebben opgebouwd die het fundament vormde voor de leidersrol van Willem van Oranje-Nassau in de Nederlandse onafhankelijkheidsstrijd, de Tachtigjarige Oorlog. Van links naar rechts, boven: Engelbrecht I, Engelbrecht II, Jan IV; onder: Hendrik III, Willem (van Oranje, himself) en René van Nassau. Voor wie het nog niet wist: Nederland begint bij Breda!

De top

De Bredase Nassaus behoorden tot de top van de adel in de Lage Landen in het tijdperk waarin Franse hertogen uit de Bourgogne de lakens uitdeelden. Engelbrecht II van Nassau (1451-1504), derde generatie Bredase Nassau, profiteerde van een vete tussen de twee meest prominente adellijke geslachten van dat moment. De families Croÿ uit de omgeving Leuven en Glymes uit Bergen op Zoom betwisten elkaar over de vraag of het Bourgondische landsbestuur het beste een pro-Franse (Croÿ) of pro-Engelse (Glymes) buitenlands beleid kon voeren. In dit politieke tumult gingen de Bourgondische landsheren voor het bestuur van hun gebieden wat meer leunen op hun vazal Engelbrecht van Nassau uit Breda. Laatstgenoemde introduceerde later zijn neefje Hendrik III van Nassau als nieuwe steunpilaar voor het landsbestuur. En zo gingen de Nassaus een steeds belangrijkere stempel drukken op de Nederlanden, vanuit Breda!

Oranje voor Brabant!

Brabant was in de beginjaren van de nieuwe Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden (1588) een ondergeschoven kindje. Van het voormalige hertogdom Brabant viel aanvankelijk alleen West-Brabant onder het nieuwe Nederlandse bestuur. Midden- en Oost-Brabant zouden voorlopig nog in de greep blijven van de Spaanse landsheer. Het bestuur over West-Brabant werd gevoerd door de Staten Generaal waarin de overige Nederlandse provincies een zetel hadden. Prins Maurits van Oranje pleitte voor eigen bestuur en een volwaardige vertegenwoordiging van ‘Brabant’ in de Staten Generaal. Neveneffect: door zijn titel markies van Bergen op Zoom zou Maurits zitting krijgen in dit hoogste landelijke bestuursorgaan. De overige provincies wezen zijn voorstel echter af. Niet alleen vonden zij de West-Brabantse gebieden te klein voor een zetel in de Staten Generaal maar ook vreesden zij dat Maurits van Oranje een te grote machtspositie zou verkrijgen aangezien hij reeds stadhouder was van Holland, Zeeland en Utrecht. Hoewel Maurits zijn eigenbelang vermoedelijk helder in het vizier had, kunnen we toch ook stellen: Oranje voor Brabant!

West versus Oost

Breda versus Den Bosch. West-Brabant versus Oost-Brabant. De onderbuik van Bredanaren zegt dat Noord-Brabant niet één geheel is en Den Bosch niet vanzelfsprekend de provinciehoofdstad. Dit gevoel ligt in lijn met de geografie van de provincie. Noord-Brabant kent twee primaire beeksystemen: bij Breda voegen zich enkele beken (Aa of Weerijs, Merkske, Chaamse Beek) samen tot de rivier de Mark en bij Den Bosch voegen zich enkele beken (Aa, Dommel, Beerze-Reusel) samen alvorens uit te monden in de Maas. Deze twee geografische ‘longen’ van de provincie maken twee regio’s zichtbaar: West- en Oost-Brabant. Ook historisch gezien opereren de twee regio’s los van elkaar. Breda was ten tijde van het hertogdom Brabant gericht op het zuiden, viel bestuurlijk onder Antwerpen. Midden- en Oost-Brabant was bestuurlijk georganiseerd in de Meijerij van Den Bosch. Als residentiestad van de Nassaus had Breda minstens zoveel prestige als Den Bosch, zo niet meer. In het onlangs gepresenteerde plan voor het Van Gogh Nationaal Park worden West- en Oost-Brabant als een eenheid in de schijnwerpers gezet. Een mooi initiatief om Brabant sterker te profileren maar het is de vraag of de trotse Bredanaren en andere west-Brabanders de eenheid gevoelsmatig ook zo ervaren…

Nationale driekleur

‘Breda op nummer één, dan een hele tijd niks en dan Delft’ antwoordde Willem van Oranje in 1584 op zijn sterfbed aan zijn persoonlijk vriend Marnix van Sint Aldegonde op diens vraag naar Willem’s meest dierbare steden. Kort na het overlijden van de vader des vaderlands pleitte Van Aldegonde er in de Staten Generaal voor om als eerbetoon de bijbehorende stedenkleuren in de door Willem genoemde volgorde te combineren in een vlag: bovenaan Bredaas rood, dan het wit van de leegte gevolgd door het blauw van Delft. Vanaf dat moment was het rood-wit-blauw het symbool van de Nederlandse opstandelingen in hun onafhankelijkheidsstrijd tegen de Spaanse overheerser. Tot op de dag van vandaag voert Breda de boventoon in onze nationale driekleur!

Gasthuis

Het huidige Stedelijk Museum Breda aan de Boschstraat was in de middeleeuwen in gebruik als gasthuis, waar zieken en armen verzorgd werden. Tevens bood het een verblijfplaats aan reizigers voor wie een herberg te kostbaar was. Een van de gebouwen in het gasthuiscomplex stond bekend als de ‘beyaard’ en kwam vanaf 1581 in gebruik als ziekenhuis voor pestlijders. Toen de pest na de laatste uitbraak in 1668 niet meer voorkwam, ging de beyaard dienstdoen als huis voor krankzinnigen. Die functie wordt anno nu nog steeds vervuld door het iets verderop gelegen biercafé met dezelfde naam gedurende vijf dagen in februari of maart!

Oosterhoutse Willem

Oosterhout nabij Breda is de thuisbasis van een van de belangrijkste mannen uit de vaderlandse geschiedenis: Willem van Duivenvoorde (1290-1353). Hij onderhield nauwe contacten met de graaf van Holland en de hertog van Brabant. Als financier en grootgrondbezitter vergaarde hij een enorm vermogen dat via de Polanens in het bezit kwam van de Bredase Nassaus. Zonder Willem van Duivenvoorde uit Oosterhout geen Willem van Oranje uit Breda. Een portret van Duivenvoorde en een ruine van zijn kasteel zijn te bewonderen in Oosterhout.