Engelbrecht II van Nassau-Breda (1451-1504), bijgenaamd De Roemrijke, was een van de belangrijkste legeraanvoerders van de Lage Landen aan het einde van de 15e eeuw. Op 7 augustus 1479 gaf landsheer Maximiliaan aan Engelbrecht het commando over een centrale afdeling met voetvolk in een leger dat een veldslag ging leveren tegen de troepen van de koning van Frankrijk nabij het plaatsje Enguinegatte. Dankzij een hoofdrol van de soldaten onder leiding van Engelbrecht kwamen de Nederlanders na een lange strijd als overwinnaar uit de strijd. Bij aanvang hadden Engelbrecht en andere Nederlandse ridders hun armen ontbloot als reactie op grootspraak van de Fransen die gedreigd hadden de handen van hun tegenstanders af te kappen, indien ze in hun macht zouden vallen. Zinspelend op deze daad van dapperheid is de slag van 1479 de geschiedenis ingegaan als de ‘Slag van de opgestroopte mouwen’.