Oosterhouts startkapitaal voor de Nassaus in Nederland. Engelbert van Nassau, de eerste Nassau die zich vestigde in de Lage Landen, werd in één klap een van de rijkste mannen van het land door zijn huwelijk ‘in gemeenschap van goederen’ met de steenrijke Johanna van Polanen, vrouwe van Breda. Haar grondbezit en ook dat van haar neven en nichten was verworven door haar oudoom Willem van Duivenvoorde. Zowel het geslacht Polanen als Duivenvoorde waren takken van de adellijke Hollandse familie Van Wassenaar. Als belangrijk adviseur van de graaf van Holland had Willem van Duivenvoorde gronden kunnen kopen in dat graafschap. Door zijn huwelijk met Heylwich van Vianen verwierf Van Duivenvoorde ook gronden in Utrecht. Vervolgens richtte hij zijn vizier op Brabant waar hij eerst de heerlijkheid Oosterhout kocht en vervolgens ook Breda verwierf. Hij kocht huizen in Brussel, op de plek waar later het stadspaleis van Nassau zou verrijzen, en een kasteel nabij Leuven waar Van Duivenvoorde zijn laatste adem zou uitblazen. Aan zijn halfbroer, Jan van Polanen, opa van Johanna, liet Willem van Duivenvoorde na het land van Breda en het grondbezit langs de rivier de Lek. Dat kwam dus twee generaties later door huwelijk in bezit van de Nassaus. Vandaag de dag verwijzen vele straatnamen in Oosterhout naar het leven van ‘voorvader’ Van Duivenvoorde en kun je zijn standbeeld en de overblijfselen van de toren van zijn Oosterhoutse slot bekijken. Breda heeft een belangrijke Willem, maar Oosterhout heeft er dus ook een!